top of page

De drie doosjes

 

Weet je, Evy en Stef, jullie papa was een hele lieve papa. Dat weten jullie beter dan wie dan ook. Hij wou altijd heel goed voor jullie zorgen, jullie helpen, jullie gelukkig maken. En nu was papa er niet meer.

Papa was papa, maar soms leek het alsof er meer dan één papa was. Hij kon zijn als een mooi juwelendoosje. Als je het opendoet, zie je mooie, warme kleuren met diamanten er tussen. Ze schitteren en blinken. Zo zagen we papa toen hij nog klein was en terugkwam van een voetbalmatch waar hij een goal gemaakt had. Zo zag hij er uit toen hij trouwde met mama en in zijn prachtige kleren met haar danste. Hij straalde toen jullie geboren werden en in zijn armen lagen. En toen jij, Stef, je eerste doelpunt scoorde. Hij was trots op jou, Evy, toen hij jou op de turnkring mooie kunstjes zag doen. Zo was hij als hij naar een voetbalmatch geweest was en terugkwam met de winnende beker.

 

Maar soms zag papa er uit als een heel ander doosje. Als je bij dit doosje het deksel eraf haalt, zie je donkere wolken, bliksem en hoor je het donderen. Dan was hij boos en je wist niet waarom. Het gebeurde plots en je wist niet wat je moest doen om te zorgen dat hij niet meer boos zou zijn. Je voelde je zo machteloos en klein. En, hoewel je wist dat papa zelf ook niet zo wilde zijn, voelde je de pijn, het verdriet en de boosheid omdat jij er toch ook niks aan kon doen.

Maar toch, liever zag je dit doosje dan het derde en het laatst. Want heel af en toe ging het deksel van dit laatste doosje omhoog, kroop papa er in en deed het deksel dicht. In dit doosje is het donker. Dan kon je je papa niet meer bereiken. Hij was niet meer vrolijk en lief maar ook niet boos. En als jij het voor het zeggen had, dan koos je liever voor de donkere-wolken-papa dan voor papa die in dit laatste doosje zat.

 

De laatste tijd was papa meer en meer in het donkere doosje. Hij was bang en onbereikbaar, hij wist niet meer hoe hij bij jullie moest komen. Hij kon zijn armen niet meer uitreiken naar jullie, hoe graag hij dit ook wilde doen. Dit was zo ondraaglijk voor hem dat hij er voor heeft gekozen om niet meer hier bij ons in Arendonk te zijn. Maar eigenlijk was het geen keuze, hij kon niet anders. Hij reisde naar een andere wereld waar geen pijn, verdriet en angst is. Het is er zoals in het eerste doosje, schitterend en blinkend. Van daar kijkt hij naar jullie en is hij misschien wel veel dichter bij dan je zelf denkt. En als jullie hem weer eens verschrikkelijk missen, zo erg dat het pijn doet, kijk dan ’s avonds eens uit je raam waar de sterren blinken en weet dan dat hij daar is, ver weg maar toch ook zo dicht bij jullie

Papa zal er altijd zijn, in jullie hoofd en in jullie hart.

 

Bron: Waar ben je nu, zie jij me nog? Van Riet Fiddelaers-Jaspers

bottom of page